< PreviousDE UITDAGINGEN RONDOM SYSTEEMINNOVATIEOndertussen hebben diverse partijen, waaronder ondernemers, non-profit organisaties, overheid en onderwijs, zich aangesloten bij het Waardemakersnetwerk dat de transitie naar een biobased economy handen en voeten wil geven. En dat is volgens Ron ook een voorwaarde voor succes. ’Voor de realisatie van een compleet nieuw systeem moeten vele hordes worden genomen. Dat zit ’m met name in de traditionele denkwijze van veel ondernemers, maar ook van de overheid. Bij een systeeminnovatie draait alles om onderling vertrouwen, kennisuitwisseling en vervolgens kennis ontwikkeling en kennisexploitatie. Deelnemers aan dit netwerk moeten bereid zijn hun kennis te delen en niet alle kaarten voor de borst te houden. Bij een transitie als deze is het uitgangs-punt namelijk niet what’s in it for me?, maar what’s in it for us? Dat vraagt om een compleet andere basishouding. Als deelnemer moet je duidelijk aangeven waar je staat, waar je naartoe wilt en welke rol je in het ontwikkelingsproces kunt en wilt gaan spelen. Waarbij je in het achterhoofd moet houden dat je pas gaandeweg ontdekt wát je nodig hebt en wíe je nodig hebt. Dat je te maken krijgt met trial and error. En dat niet alle partijen van begin tot eind aangehaakt zullen blijven. Het doel is heilig, niet de organisatie.’’BIJ EEN SYSTEEMINNOVATIE ONTDEK JE PAS GAANDEWEG WÁT JE NODIG HEBT EN WÍE JE NODIG HEBT’DE ROL VAN TEAM DUURZAAMHEIDWat dat betreft is Ron blij met de wijze waarop het team Duur-zaamheid van de provincie Overijssel dit Waardemakersnetwerk heeft opgezet. ’Ook de provincie Overijssel speelt een nieuwe rol in dit Waardemakersnetwerk. Voorheen diende iemand een innovatievoorstel in, kreeg een zak geld en moest drie jaar later rapporteren, terwijl misschien al na anderhalf jaar duidelijk was dat het initiatief geen kans van slagen had. Het team Duurzaamheid werkt niet input-gestuurd, maar juist proces- gestuurd. Ze committeert zich net als de Waardemakers aan een duurzaam doel en faciliteert, ondersteunt, verbindt, stuurt waar nodig bij, houdt de vinger aan de pols en zorgt voor meer interactie tussen ondernemers en overheid. Hierdoor kan dit Waardemakers-netwerk sneller excelleren en robuuster acteren. En dat is nodig om echt een toegevoegde waarde te creëren.’DUURZAME EN ECONOMISCHE BEWEGING REALISERENRon is blij met de stappen die ondertussen gezet zijn, maar tevreden is hij nooit. ’Dat heeft te maken met mijn mindset. Is er een tussen-doel gehaald, dan geven we elkaar een high five en daarna wil ik meteen weer door! We moeten ons niet blindstaren op waar we nu zijn, maar voor ogen houden waar we naartoe willen. Er moet namelijk duurzame waarde gecreëerd worden. We moeten de productie van biobased grondstoffen gaan opschalen. Boeren bij de productie betrekken. Fabrieken bouwen waar de eiwitten of andere grondstoffen uit de landbouwgewassen gehaald kunnen worden. Deze grondstoffen vermarkten voor humane voeding, diervoeding én technische toepassingen. En op die manier onze mondiale milieudoelstellingen halen en economische ontwikkelingen binnen de provincie Overijssel realiseren. Wat mij betreft mogen nog veel meer partijen deel gaan nemen aan dit Waardemakersnetwerk. Als ze een bijdrage kunnen leveren, is dat alleen maar prima. We zullen het toch samen moeten doen.’ Wilt u in contact komen met Ron Bos?Dan kunt u hem mailen via r.bos@cirqon.nl of bellen op 088-7352300.41Jacqueline Cramer ademt en leeft duurzaamheid. Haar cv is haast oneindig: minister van VROM, professor in Sustainable Innovation, Ambassadeur Circular Economy in de Metropoolregio Amsterdam en ga zo maar door. Tijdens KOP500 was ze één van de topsprekers. Ze vertelde aan de hand van praktische voorbeelden hoe de circulaire economie in de Metropool regio Amsterdam in praktijk wordt gebracht, zodat ook Waardemakers hier daadwerkelijk mee aan de slag kunnen. De Overijsselse Waardemakersaanpak heeft haar steun: ’Echte verandering is alleen mogelijk door samenwerking, nieuwe businessmodellen en innovatieve oplossingen.’Business event: KOP500.nl” Duurzaam door te denken én te doen!”JACQUELINECRAMERTITELJacqueline: ’De alarmerende berichten over klimaatverandering, grondstoffen-schaarste en verlies aan biodiversiteit noodzaken ons tot de transitie van een lineaire naar een circulaire economie. Dit is een economie waarin we producten en grondstoffen in de kringloop houden, op een duurzame energievoorziening overstappen en de veerkracht van natuurlijke ecosystemen in stand houden. Zo’n transitie komt alleen van de grond als we samenwerken. Alle neuzen moeten dezelfde kant op staan om vernieuwing te realiseren. De ervaring leert dat innovaties nodig zijn om tot doorbraken in bestaande systemen te komen. Gevestigde bedrijven hebben van nieuwkomers op de markt het zetje nodig om mee te veranderen. Innovators laten zien dat een circulaire economie mogelijk is en hoe je als bedrijf je businessmodel daarop kan aanpassen. Daarom moeten innovators meer ruimte krijgen om hun producten en diensten te vermarkten. Circulair inkopen en aanbesteden is hiervoor een effectief instrument.’ t: 0.nldoor te doen!”’Een circulaire economie is geen fictie. Waar een wil is, is een weg.’Jacqueline43WAARDEMAKERSJACQUELINE CRAMER:’Als overheid samen met ondernemers participeren van idee tot het sluiten van een deal. Er is nog geen provincie die dat op die manier doet’4545KUNNEN PLANTAARDIGE GRONDSTOFFEN BIJDRAGEN AAN DE VERGROENING VAN DE INDUSTRIËLE SECTOR?JORIEKE ADOLFSEN, PROCESMANAGER BIJ AMMON, DEED ONDERZOEKHet Waardemakersnetwerk is enthousiast over de transitie naar een biobased economy. Maar kunnen plantaardige grondstoffen daadwerkelijk een bijdrage leveren aan de vergroening van de industriële sector en concrete markt introducties? TITELJorieke Adolfsen’We moeten niet opnieuw het wiel uit willen vinden, maar het gesprek aangaan met zoveel mogelijk partijen die een steentje bij kunnen dragen.’ 47BIOBASEDVoor het antwoord op deze vraag is gedegen onderzoek nodig naar de toepasbaarheid van plantaardige eiwitten als bestanddeel van bij voorbeeld biobased kunstharsen, lijmen en coatings. Harde feiten over bestaande initiatieven en technologieën op dit gebied. En een overzicht van de bedrijven die een rol kunnen spelen in deze systeeminnovatie. Precies deze zaken onderzocht AMMON op verzoek van Waardemakers en de provincie Overijssel. Procesmanager Jorieke Adolfsen van AMMON vertelt over de voorlopige bevindingen.VOORDAT WE HET OVER JULLIE ONDERZOEK GAAN HEBBEN; WAT HEB JIJ ZELF MET INNOVATIE?Jorieke: ’Heel veel. Verbeeldingskracht, creativiteit en organiseren zijn voor mij sleutelwoorden voor innovatie. Ik heb jarenlang onder nemers, CEO’s en CTO’s van organisaties ondersteund bij innovatie -of organisatieprocessen. Daarnaast heb ik voor Koninklijke Ten Cate samen met mijn huidige collega een over-koepelend innovatiecentrum voor vier businessunits opgezet. Ik weet hoe interessant, maar ook hoe moeilijk organisaties en consortia het vinden om systeeminnovaties daadwerkelijk te realiseren. Dit vraagt namelijk om een compleet nieuwe aanpak en daar kan een instantie zoals AMMON bij helpen.’WAAR STAAT DE AFKORTING AMMON VOOR?’AMMON is een afkorting voor Advanced Materials Manufacturing Oost-Nederland. Wij zijn een onafhankelijke stichting die in 2013 in het leven is geroepen om de innovatie slagkracht van business-development- en innovatieprogramma’s door en voor de industrie te vergroten. Onze stichting is geheel industriegeleid met in haar achterban 45 bedrijven uit de maak industrie.’ABCKunnen plantaardige grondstoffen bijdragen aan de vergroening van de industriële sector?EN HOE VERGROOT JE DIE INNOVATIESLAGKRACHT?’Bijvoorbeeld door businesscases te toetsen op elementen zoals duurzaamheid en circulariteit. Nieuwe technologieën te scouten en in te brengen. En te kijken welke partijen samen een nieuwe waardeketen kunnen vormen om tot daadwerkelijke innovatie te komen die de internationale concurrentiepositie van bedrijven versterkt. Wij duiken in de inhoud en koppelen de uitkomsten aan een organisatorisch proces richting marktintroductie. In de afgelopen tien jaar hebben we zo’n 105 innovatieprojecten onder-steund en tot nu toe heeft ongeveer 40% daarvan daadwerkelijk geresulteerd in de marktintroductie van een nieuw product of systeem. Er zitten dus nu nog veel innovaties in de pijplijn.’’Als je bedenkt dat de meeste innovaties vijf tot zeven jaar nodig hebben voordat ze de markt bereiken, word ik persoonlijk altijd heel blij van zo’n marktintroductie. AMMON staat altijd op de achtergrond en heeft als taak bedrijven te faciliteren, maar bij een marktintroductie denk ik wel stiekem: prachtig dat ik mede aan de basis van die ontwikkeling heb gestaan. Sowieso merk ik dat heel veel partijen enthousiast worden als het over innovatie gaat. Bedrijven die het belang van innoveren inzien, maken graag tijd vrij om mee te denken over de mogelijkheden. Door die samen-werking krijgt een organisatie of consortium van samenwerkende partijen inzicht in de haalbaarheid van een innovatie.’WAS DIE INZICHT IN HAALBAARHEID OOK DE REDEN WAAROM DE WAARDEMAKERS EN PROVINCIE OVERIJSSEL BIJ AMMON AANKLOPTE?’Inderdaad. Medio 2018 vroegen zij ons om te onderzoeken hoe de transitie naar een biobased economy kans van slagen krijgt. De exacte vraag luidde: kunnen plantaardige eiwitten in hun verschillende verschijningsvormen een wezenlijke bijdrage leveren aan de vergroening van de industriële sector? Bijvoorbeeld als bestanddeel van biobased kunstharsen, lijmen, coatings of als toevoeging voor brandstoffen.’ Op welk moment heb jij een ”juich-momentje”?49Next >